Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

prachtig
een prachtige waterval
wonderful
a wonderful waterfall

gezouten
gezouten pinda‘s
salty
salted peanuts

vereist
de vereiste winterbanden
required
the required winter tires

vruchtbaar
vruchtbare grond
fertile
a fertile soil

ovaal
de ovale tafel
oval
the oval table

intelligent
een intelligente student
intelligent
an intelligent student

plat
de platte band
flat
the flat tire

onvriendelijk
een onvriendelijke kerel
unfriendly
an unfriendly guy

eetbaar
de eetbare chilipepers
edible
the edible chili peppers

belangrijk
belangrijke afspraken
important
important appointments

breed
een breed strand
wide
a wide beach
