Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

openbaar
openbare toiletten
public
public toilets

onvriendelijk
een onvriendelijke kerel
unfriendly
an unfriendly guy

fantastisch
een fantastisch verblijf
fantastic
a fantastic stay

snel
de snelle skiër
fast
the fast downhill skier

gesloten
gesloten ogen
closed
closed eyes

haastig
de gehaaste kerstman
hasty
the hasty Santa Claus

weinig
weinig eten
little
little food

kleurloos
de kleurloze badkamer
colorless
the colorless bathroom

streng
de strenge regel
strict
the strict rule

arm
een arme man
poor
a poor man

zilveren
de zilveren auto
silver
the silver car
