Словарь

Изучите глаголы – нидерландский

cms/verbs-webp/75281875.webp
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
заботиться
Наш дворник занимается уборкой снега.
cms/verbs-webp/46385710.webp
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
принимать
Здесь принимают кредитные карты.
cms/verbs-webp/47241989.webp
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
искать
Что ты не знаешь, ты должен искать.
cms/verbs-webp/102853224.webp
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
собирать
Языковой курс объединяет студентов со всего мира.
cms/verbs-webp/34567067.webp
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
искать
Полиция ищет преступника.
cms/verbs-webp/4553290.webp
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
входить
Корабль входит в гавань.
cms/verbs-webp/78309507.webp
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
вырезать
Фигурки нужно вырезать.
cms/verbs-webp/116519780.webp
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
выбегать
Она выбегает в новых туфлях.
cms/verbs-webp/70864457.webp
brengen
De bezorger brengt het eten.
приносить
Доставщик приносит еду.
cms/verbs-webp/119335162.webp
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
двигаться
Здорово много двигаться.
cms/verbs-webp/75001292.webp
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
тронуться
Когда загорелся свет, машины тронулись.
cms/verbs-webp/77646042.webp
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
сжигать
Не стоит сжигать деньги.