词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/118588204.webp
wachten
Ze wacht op de bus.
等待
她正在等公共汽车。
cms/verbs-webp/119747108.webp
eten
Wat willen we vandaag eten?
今天我们想吃什么?
cms/verbs-webp/90032573.webp
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.
知道
孩子们非常好奇,已经知道了很多。
cms/verbs-webp/3270640.webp
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
追赶
牛仔追赶马群。
cms/verbs-webp/87994643.webp
wandelen
De groep wandelde over een brug.
走路
这群人走过了一座桥。
cms/verbs-webp/90554206.webp
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
报告
她向她的朋友报告了这个丑闻。
cms/verbs-webp/96586059.webp
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
解雇
老板解雇了他。
cms/verbs-webp/71260439.webp
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
写信给
他上周给我写信。
cms/verbs-webp/74693823.webp
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
需要
你需要一个千斤顶来更换轮胎。
cms/verbs-webp/115172580.webp
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
证明
他想证明一个数学公式。
cms/verbs-webp/123492574.webp
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
训练
职业运动员每天都必须训练。
cms/verbs-webp/129403875.webp
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
铃每天都响。