词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/119417660.webp
geloven
Veel mensen geloven in God.
相信
许多人相信上帝。
cms/verbs-webp/121870340.webp
rennen
De atleet rent.
运动员跑。
cms/verbs-webp/33493362.webp
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
回电话
请明天给我回电话。
cms/verbs-webp/38296612.webp
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
存在
恐龙今天已经不存在了。
cms/verbs-webp/23258706.webp
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
提起
直升机将两名男子提了起来。
cms/verbs-webp/103719050.webp
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
开发
他们正在开发一种新策略。
cms/verbs-webp/122638846.webp
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
使无言以对
惊喜使她无言以对。
cms/verbs-webp/43532627.webp
wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.
他们住在合租公寓里。
cms/verbs-webp/108350963.webp
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
丰富
香料丰富了我们的食物。
cms/verbs-webp/112970425.webp
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
生气
因为他总是打鼾,所以她很生气。
cms/verbs-webp/45022787.webp
doden
Ik zal de vlieg doden!
我要杀掉这只苍蝇!
cms/verbs-webp/93150363.webp
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
醒来
他刚刚醒来。