词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/103797145.webp
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
雇佣
该公司想要雇佣更多的人。
cms/verbs-webp/14606062.webp
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.
有权
老人有权领取养老金。
cms/verbs-webp/122707548.webp
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
站立
登山者站在山峰上。
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
扑灭
消防部门从空中扑灭火灾。
cms/verbs-webp/102136622.webp
trekken
Hij trekt de slee.
他拉雪橇。
cms/verbs-webp/110056418.webp
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
发言
政治家在许多学生面前发表演讲。
cms/verbs-webp/119847349.webp
horen
Ik kan je niet horen!
我听不到你说话!
cms/verbs-webp/81885081.webp
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
燃烧
他点燃了一根火柴。
cms/verbs-webp/53064913.webp
sluiten
Ze sluit de gordijnen.
关闭
她关上窗帘。
cms/verbs-webp/118011740.webp
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
建设
孩子们正在建造一个高塔。
cms/verbs-webp/42212679.webp
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
为...工作
他为了他的好成绩而努力工作。
cms/verbs-webp/84847414.webp
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
照顾
我们的儿子非常照顾他的新车。