Лексика

Вивчайте дієслова – нідерландська

cms/verbs-webp/118596482.webp
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
шукати
Я шукаю гриби восени.
cms/verbs-webp/32312845.webp
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
виключати
Група його виключає.
cms/verbs-webp/106591766.webp
genoeg zijn
Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.
бути достатньо
Салат для мене достатньо на обід.
cms/verbs-webp/130288167.webp
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
чистити
Вона чистить кухню.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
контролювати
Тут все контролюється камерами.
cms/verbs-webp/104849232.webp
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
народжувати
Вона скоро народить.
cms/verbs-webp/109657074.webp
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
відганяти
Одне лебедя відганяє інше.
cms/verbs-webp/101383370.webp
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
виходити
Дівчата люблять виходити разом.
cms/verbs-webp/27076371.webp
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
належати
Моя дружина належить мені.
cms/verbs-webp/62788402.webp
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
підтримувати
Ми з радістю підтримуємо вашу ідею.
cms/verbs-webp/123546660.webp
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
перевіряти
Механік перевіряє функції автомобіля.
cms/verbs-webp/51573459.webp
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
підкреслювати
Ви може добре підкреслити свої очі за допомогою макіяжу.