Лексика

Вивчайте дієслова – нідерландська

cms/verbs-webp/47737573.webp
geïnteresseerd zijn
Ons kind is erg geïnteresseerd in muziek.
цікавитися
Наша дитина дуже цікавиться музикою.
cms/verbs-webp/34725682.webp
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
пропонувати
Жінка пропонує щось своїй подрузі.
cms/verbs-webp/10206394.webp
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
витримувати
Вона ледь витримує біль!
cms/verbs-webp/84476170.webp
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
вимагати
Він вимагає компенсації від того, з ким у нього сталася аварія.
cms/verbs-webp/132030267.webp
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.
споживати
Вона споживає шматок торта.
cms/verbs-webp/95938550.webp
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.
взяти з собою
Ми взяли з собою різдвяне дерево.
cms/verbs-webp/79322446.webp
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
представляти
Він представляє своїх батьків своїй новій дівчині.
cms/verbs-webp/90309445.webp
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
відбуватися
Похорон відбулися позавчора.
cms/verbs-webp/99392849.webp
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
видаляти
Як видалити пляму від червоного вина?
cms/verbs-webp/85968175.webp
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
пошкодити
У аварії було пошкоджено дві машини.
cms/verbs-webp/71260439.webp
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
писати
Він писав мені на минулому тижні.
cms/verbs-webp/97119641.webp
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
малювати
Автомобіль фарбується на синій колір.