Лексика

Изучите глаголы – нидерландский

cms/verbs-webp/121928809.webp
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
укреплять
Гимнастика укрепляет мышцы.
cms/verbs-webp/67095816.webp
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
съезжаться
Двое планируют скоро съезжаться.
cms/verbs-webp/108295710.webp
spellen
De kinderen leren spellen.
писать
Дети учатся писать.
cms/verbs-webp/114272921.webp
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
гнать
Ковбои гонят скот на лошадях.
cms/verbs-webp/53284806.webp
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.
думать
Чтобы добиться успеха, иногда нужно думать нестандартно.
cms/verbs-webp/102238862.webp
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.
посещать
Ее посещает старый друг.
cms/verbs-webp/73488967.webp
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
исследовать
В этой лаборатории исследуют пробы крови.
cms/verbs-webp/68779174.webp
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
представлять
Адвокаты представляют своих клиентов в суде.
cms/verbs-webp/113842119.webp
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
проходить
Средневековый период прошел.
cms/verbs-webp/77581051.webp
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?
предлагать
Что вы предлагаете мне за мою рыбу?
cms/verbs-webp/109099922.webp
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
напоминать
Компьютер напоминает мне о моих встречах.
cms/verbs-webp/132125626.webp
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
убеждать
Ей часто приходится убеждать свою дочь есть.