Лексика

Изучите наречия – нидерландский

cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
в
Он идет внутрь или наружу?
cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
вниз
Он падает сверху вниз.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
по крайней мере
По крайней мере, парикмахер стоил недорого.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
никогда
Никогда не ложитесь спать в обуви!
cms/adverbs-webp/132510111.webp
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
ночью
Луна светит ночью.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
вниз
Она прыгает в воду.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
в
Эти двое входят внутрь.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
часто
Торнадо не часто встречаются.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
там
Цель там.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
раньше
Она была толще раньше, чем сейчас.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
een beetje
Ik wil een beetje meer.
немного
Я хочу немного больше.
cms/adverbs-webp/7659833.webp
gratis
Zonne-energie is gratis.
бесплатно
Солнечная энергия бесплатна.