Ordforråd
Lær verb – Dutch

vormen
We vormen samen een goed team.
danne
Vi danner eit godt lag saman.

beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
styre
Kven styrer pengane i familien din?

kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
prate
Studentar bør ikkje prate i timen.

annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
avlyse
Han avlyste dessverre møtet.

drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
drive
Cowboyane driver kveget med hestar.

zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
søke etter
Politiet søkjer etter gjerningspersonen.

monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
overvake
Alt her blir overvaka av kamera.

accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
akseptere
Kredittkort blir akseptert her.

uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
presse ut
Ho presser ut sitronen.

afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
seie farvel
Kvinna seier farvel.

studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
studere
Det er mange kvinner som studerer ved universitetet mitt.
