Ordforråd

Lær verb – Dutch

cms/verbs-webp/99592722.webp
vormen
We vormen samen een goed team.
danne
Vi danner eit godt lag saman.
cms/verbs-webp/59552358.webp
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
styre
Kven styrer pengane i familien din?
cms/verbs-webp/40632289.webp
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
prate
Studentar bør ikkje prate i timen.
cms/verbs-webp/102447745.webp
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
avlyse
Han avlyste dessverre møtet.
cms/verbs-webp/114272921.webp
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
drive
Cowboyane driver kveget med hestar.
cms/verbs-webp/34567067.webp
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
søke etter
Politiet søkjer etter gjerningspersonen.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
overvake
Alt her blir overvaka av kamera.
cms/verbs-webp/46385710.webp
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
akseptere
Kredittkort blir akseptert her.
cms/verbs-webp/15353268.webp
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
presse ut
Ho presser ut sitronen.
cms/verbs-webp/80356596.webp
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
seie farvel
Kvinna seier farvel.
cms/verbs-webp/85623875.webp
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
studere
Det er mange kvinner som studerer ved universitetet mitt.
cms/verbs-webp/63868016.webp
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
returnere
Hunden returnerer leiken.