Woordenlijst

Oezbeeks – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/109434478.webp
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
cms/verbs-webp/31726420.webp
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
cms/verbs-webp/119269664.webp
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/64904091.webp
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/129002392.webp
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/117490230.webp
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
cms/verbs-webp/101742573.webp
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
cms/verbs-webp/125376841.webp
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
cms/verbs-webp/11497224.webp
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
cms/verbs-webp/98561398.webp
mengen
De schilder mengt de kleuren.
cms/verbs-webp/123953850.webp
redden
De dokters konden zijn leven redden.