Woordenlijst

Portugees (BR) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/99207030.webp
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/101383370.webp
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
cms/verbs-webp/110347738.webp
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
cms/verbs-webp/84847414.webp
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/99633900.webp
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/107852800.webp
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/74916079.webp
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.
cms/verbs-webp/118064351.webp
vermijden
Hij moet noten vermijden.
cms/verbs-webp/120515454.webp
voeden
De kinderen voeden het paard.
cms/verbs-webp/27564235.webp
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
cms/verbs-webp/115267617.webp
durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.
cms/verbs-webp/90032573.webp
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.