Woordenlijst

Indonesisch – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/71991676.webp
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.
cms/verbs-webp/103910355.webp
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.
cms/verbs-webp/106682030.webp
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.
cms/verbs-webp/117953809.webp
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/64053926.webp
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/113418367.webp
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/77883934.webp
genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!
cms/verbs-webp/61806771.webp
brengen
De koerier brengt een pakketje.
cms/verbs-webp/70864457.webp
brengen
De bezorger brengt het eten.
cms/verbs-webp/118826642.webp
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
cms/verbs-webp/102169451.webp
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/88597759.webp
drukken
Hij drukt op de knop.