Woordenlijst

Portugees (BR) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/21529020.webp
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
cms/verbs-webp/121112097.webp
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
cms/verbs-webp/68761504.webp
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/117284953.webp
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
cms/verbs-webp/68779174.webp
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/67232565.webp
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
cms/verbs-webp/131098316.webp
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
cms/verbs-webp/84943303.webp
zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.
cms/verbs-webp/118861770.webp
bang zijn
Het kind is bang in het donker.
cms/verbs-webp/113966353.webp
serveren
De ober serveert het eten.
cms/verbs-webp/58477450.webp
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
cms/verbs-webp/91930542.webp
stoppen
De agente stopt de auto.