Woordenlijst

Engels (UK) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/100434930.webp
eindigen
De route eindigt hier.
cms/verbs-webp/101158501.webp
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
cms/verbs-webp/63935931.webp
draaien
Ze draait het vlees.
cms/verbs-webp/123953850.webp
redden
De dokters konden zijn leven redden.
cms/verbs-webp/118780425.webp
proeven
De chef-kok proeft de soep.
cms/verbs-webp/71883595.webp
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/100585293.webp
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/28581084.webp
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
cms/verbs-webp/73488967.webp
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/118868318.webp
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/99455547.webp
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
cms/verbs-webp/94796902.webp
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.