어휘

동사를 배우세요 ― 네덜란드어

cms/verbs-webp/115224969.webp
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
용서하다
나는 그에게 빚을 용서한다.
cms/verbs-webp/75423712.webp
veranderen
Het licht veranderde in groen.
바뀌다
신호등이 초록색으로 바뀌었습니다.
cms/verbs-webp/113966353.webp
serveren
De ober serveert het eten.
제공하다
웨이터가 음식을 제공한다.
cms/verbs-webp/54608740.webp
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
뽑다
잡초는 뽑혀야 한다.
cms/verbs-webp/99207030.webp
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
도착하다
비행기는 제시간에 도착했다.
cms/verbs-webp/105854154.webp
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
제한하다
울타리는 우리의 자유를 제한한다.
cms/verbs-webp/90554206.webp
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
보고하다
그녀는 스캔들을 친구에게 보고한다.
cms/verbs-webp/18316732.webp
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
지나가다
차가 나무를 지나간다.
cms/verbs-webp/58883525.webp
binnenkomen
Kom binnen!
들어오다
들어와!
cms/verbs-webp/78973375.webp
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
진단서를 받다
그는 의사로부터 진단서를 받아야 합니다.
cms/verbs-webp/89516822.webp
straffen
Ze strafte haar dochter.
처벌하다
그녀는 딸을 처벌했다.
cms/verbs-webp/93792533.webp
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
의미하다
바닥의 이 문장은 무슨 뜻이야?