Vocabulaire
Apprendre les adjectifs – Néerlandais

stormachtig
de stormachtige zee
orageux
la mer orageuse

onvoorzichtig
het onvoorzichtige kind
imprudent
l‘enfant imprudent

alleenstaand
een alleenstaande moeder
célibataire
une mère célibataire

lang
lang haar
long
les cheveux longs

verontwaardigd
een verontwaardigde vrouw
indigné
une femme indignée

oud
een oude dame
vieux
une vieille dame

volwassen
het volwassen meisje
adulte
la fille adulte

slecht
een slechte dreiging
méchant
une menace méchante

geweldig
een geweldig rotslandschap
magnifique
un paysage rocheux magnifique

strak
een strakke bank
étroit
un canapé étroit

illegaal
de illegale drugshandel
illégal
le trafic de drogues illégal
