Vocabulaire
Apprendre les adjectifs – Néerlandais
perfect
het perfecte glas-in-lood roosvenster
parfait
le rosace en verre parfait
donker
de donkere nacht
sombre
la nuit sombre
hartig
de hartige soep
copieux
la soupe copieuse
inheems
de inheemse groente
local
les légumes locaux
tweedehands
tweedehands artikelen
d‘occasion
des articles d‘occasion
nieuw
het nieuwe vuurwerk
nouveau
le feu d‘artifice nouveau
droog
de droge was
sec
le linge sec
steil
de steile berg
raide
une montagne raide
stil
het verzoek stil te zijn
silencieux
la demande de rester silencieux
strak
een strakke bank
étroit
un canapé étroit
stormachtig
de stormachtige zee
orageux
la mer orageuse