Vocabulaire
Apprendre les adjectifs – Néerlandais

mannelijk
een mannelijk lichaam
masculin
un corps masculin

bewolkt
de bewolkte hemel
nuageux
le ciel nuageux

failliet
de failliete persoon
en faillite
la personne en faillite

besneeuwd
besneeuwde bomen
enneigé
les arbres enneigés

krachteloos
de krachteloze man
faible
l‘homme faible

speciaal
een speciale appel
spécial
une pomme spéciale

verrast
de verraste junglebezoeker
surpris
le visiteur de la jungle surpris

flitsend
een flitsende auto
rapide
une voiture rapide

onvoorstelbaar
een onvoorstelbaar ongeluk
inimaginable
un malheur inimaginable

ondeugend
het ondeugende kind
indiscipliné
l‘enfant indiscipliné

compleet
een complete regenboog
complet
un arc-en-ciel complet
