Vocabulaire
Apprendre les adjectifs – Néerlandais

ondeugend
het ondeugende kind
indiscipliné
l‘enfant indiscipliné

derde
een derde oog
troisième
un troisième œil

illegaal
de illegale hennepteelt
illégal
la culture illégale du cannabis

angstig
een angstige man
peureux
un homme peureux

paars
de paarse bloem
violet
la fleur violette

stiekem
het stiekeme snoepen
secret
la gourmandise secrète

donker
de donkere nacht
sombre
la nuit sombre

afzonderlijk
de afzonderlijke boom
individuel
l‘arbre individuel

afhankelijk
medicijnafhankelijke zieken
dépendant
des malades dépendants aux médicaments

slim
een slimme vos
astucieux
un renard astucieux

waakzaam
de waakzame herdershond
vigilant
un berger allemand vigilant
