Vocabulaire
Apprendre les adjectifs – Néerlandais

vreemd
het vreemde beeld
étrange
l‘image étrange

voorzichtig
de voorzichtige jongen
prudent
le garçon prudent

vereist
de vereiste winterbanden
nécessaire
les pneus d‘hiver nécessaires

hartig
de hartige soep
copieux
la soupe copieuse

paars
paarse lavendel
violet
du lavande violet

klaar
de klaarstaande hardlopers
prêt
les coureurs prêts

wreed
de wrede jongen
cruel
le garçon cruel

geweldig
een geweldig rotslandschap
magnifique
un paysage rocheux magnifique

gek
de gekke gedachte
idiot
une pensée idiote

privaat
het privéjacht
privé
le yacht privé

competent
de competente ingenieur
compétent
l‘ingénieur compétent
