Vocabulaire
Apprendre les adjectifs – Néerlandais
failliet
de failliete persoon
en faillite
la personne en faillite
roze
een roze kamerinrichting
rose
un décor de chambre rose
vol
een volle winkelwagen
plein
un caddie plein
slim
een slimme vos
astucieux
un renard astucieux
wereldwijd
de wereldwijde economie
mondial
l‘économie mondiale
dronken
de dronken man
saoul
l‘homme saoul
vriendelijk
een vriendelijk aanbod
amical
une offre amicale
paars
de paarse bloem
violet
la fleur violette
onmogelijk
een onmogelijke toegang
impossible
un accès impossible
winters
het winterse landschap
hivernal
le paysage hivernal
menselijk
een menselijke reactie
humain
une réaction humaine