Vocabulaire
Apprendre les adjectifs – Néerlandais

vroeg
vroeg leren
précoce
un apprentissage précoce

plat
de platte band
plat
le pneu à plat

absoluut
absolute drinkbaarheid
absolu
la buvabilité absolue

vruchtbaar
vruchtbare grond
fertile
un sol fertile

zonnig
een zonnige lucht
ensoleillé
un ciel ensoleillé

dom
een domme vrouw
idiot
une femme idiote

koud
het koude weer
froid
le temps froid

Sloveens
de Sloveense hoofdstad
slovène
la capitale slovène

steil
de steile berg
raide
une montagne raide

speels
het speelse leren
ludique
l‘apprentissage ludique

klaar
de klaarstaande hardlopers
prêt
les coureurs prêts
