Vocabulaire

Apprendre les adjectifs – Néerlandais

cms/adjectives-webp/117502375.webp
open
het open gordijn
ouvert
le rideau ouvert
cms/adjectives-webp/100004927.webp
zoet
het zoete snoepgoed
sucré
le confit sucré
cms/adjectives-webp/104193040.webp
eng
een enge verschijning
effrayant
une apparition effrayante
cms/adjectives-webp/158476639.webp
slim
een slimme vos
astucieux
un renard astucieux
cms/adjectives-webp/78306447.webp
jaarlijks
de jaarlijkse toename
annuel
l‘augmentation annuelle
cms/adjectives-webp/66864820.webp
onbeperkt
de onbeperkte opslag
illimité
le stockage illimité
cms/adjectives-webp/110722443.webp
rond
de ronde bal
rond
le ballon rond
cms/adjectives-webp/130246761.webp
wit
het witte landschap
blanc
le paysage blanc
cms/adjectives-webp/118445958.webp
angstig
een angstige man
peureux
un homme peureux
cms/adjectives-webp/84693957.webp
fantastisch
een fantastisch verblijf
fantastique
un séjour fantastique
cms/adjectives-webp/132514682.webp
behulpzaam
een behulpzame dame
serviable
une dame serviable
cms/adjectives-webp/13792819.webp
onbegaanbaar
de onbegaanbare weg
impraticable
une route impraticable