Vocabulaire
Apprendre les adjectifs – Néerlandais

smal
de smalle hangbrug
étroit
le pont suspendu étroit

horizontaal
de horizontale lijn
horizontal
la ligne horizontale

afhankelijk
medicijnafhankelijke zieken
dépendant
des malades dépendants aux médicaments

gevaarlijk
het gevaarlijke krokodil
dangereux
le crocodile dangereux

onnodig
de onnodige paraplu
inutile
le parapluie inutile

dom
het domme praten
stupide
les paroles stupides

onvoorzichtig
het onvoorzichtige kind
imprudent
l‘enfant imprudent

dronken
de dronken man
saoul
l‘homme saoul

legaal
een legaal pistool
légal
un pistolet légal

vol
een volle winkelwagen
plein
un caddie plein

aanwezig
een aanwezige bel
présent
la sonnette présente
