词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/82669892.webp
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?
你们两个要去哪里?
cms/verbs-webp/120220195.webp
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
商贩正在卖很多商品。
cms/verbs-webp/122398994.webp
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
小心,你可以用那把斧头杀人!
cms/verbs-webp/106203954.webp
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
使用
我们在火中使用防毒面具。
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
扑灭
消防部门从空中扑灭火灾。
cms/verbs-webp/96710497.webp
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
超过
鲸鱼在体重上超过所有动物。
cms/verbs-webp/95655547.webp
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
让...前面
没有人想在超市结账时让他走在前面。
cms/verbs-webp/86710576.webp
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
离开
我们的假日客人昨天离开了。
cms/verbs-webp/73488967.webp
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
检查
这个实验室里检查血样本。
cms/verbs-webp/105224098.webp
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
确认
她能向她的丈夫确认这个好消息。
cms/verbs-webp/120086715.webp
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
完成
你能完成这个拼图吗?
cms/verbs-webp/122079435.webp
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
增加
公司增加了其收入。