词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/62069581.webp
sturen
Ik stuur je een brief.
发送
我正在给你发送一封信。
cms/verbs-webp/91603141.webp
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.
逃跑
有些孩子从家里逃跑。
cms/verbs-webp/81885081.webp
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
燃烧
他点燃了一根火柴。
cms/verbs-webp/46385710.webp
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
接受
这里接受信用卡。
cms/verbs-webp/114993311.webp
zien
Je kunt beter zien met een bril.
你戴上眼镜能看得更清楚。
cms/verbs-webp/107996282.webp
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
指向
老师指向黑板上的例子。
cms/verbs-webp/103163608.webp
tellen
Ze telt de munten.
她数硬币。
cms/verbs-webp/49374196.webp
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
解雇
我老板解雇了我。
cms/verbs-webp/116610655.webp
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
建设
中国的长城是什么时候建造的?
cms/verbs-webp/120686188.webp
studeren
De meisjes studeren graag samen.
学习
女孩们喜欢一起学习。
cms/verbs-webp/97784592.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
注意
人们必须注意路标。
cms/verbs-webp/108286904.webp
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
牛从河里喝水。