词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/28581084.webp
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
垂下
屋顶上垂下冰柱。
cms/verbs-webp/95190323.webp
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
投票
人们为或反对候选人投票。
cms/verbs-webp/120870752.webp
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
拔出
他怎么拔出那条大鱼?
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
扑灭
消防部门从空中扑灭火灾。
cms/verbs-webp/30793025.webp
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
炫耀
他喜欢炫耀他的钱。
cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
下雪
今天下了很多雪。
cms/verbs-webp/61245658.webp
uitspringen
De vis springt uit het water.
跳出
鱼跳出了水面。
cms/verbs-webp/121180353.webp
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
丢失
等一下,你丢了你的钱包!
cms/verbs-webp/123179881.webp
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
练习
他每天都用滑板练习。
cms/verbs-webp/33599908.webp
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
服务
狗喜欢为主人服务。
cms/verbs-webp/113418367.webp
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
决定
她不能决定穿哪双鞋。
cms/verbs-webp/119613462.webp
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
期待
我的妹妹正在期待一个孩子。