词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/125116470.webp
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
信任
我们都互相信任。
cms/verbs-webp/86996301.webp
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
支持
两个朋友总是想互相支持。
cms/verbs-webp/92384853.webp
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
适合
这条路不适合骑自行车。
cms/verbs-webp/120515454.webp
voeden
De kinderen voeden het paard.
孩子们在喂马。
cms/verbs-webp/100011930.webp
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
告诉
她告诉她一个秘密。
cms/verbs-webp/78773523.webp
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
增加
人口大幅增加。
cms/verbs-webp/118868318.webp
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
喜欢
她更喜欢巧克力而不是蔬菜。
cms/verbs-webp/98977786.webp
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
列举
你能列举多少国家?
cms/verbs-webp/84847414.webp
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
照顾
我们的儿子非常照顾他的新车。
cms/verbs-webp/122290319.webp
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
留出
我想每个月都留出一些钱以备后用。
cms/verbs-webp/124545057.webp
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
孩子们喜欢听她的故事。
cms/verbs-webp/94153645.webp
huilen
Het kind huilt in het bad.
孩子在浴缸里哭。