词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/109157162.webp
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
容易
冲浪对他来说很容易。
cms/verbs-webp/102304863.webp
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
小心,马会踢人!
cms/verbs-webp/124274060.webp
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
留给
她给我留了一片披萨。
cms/verbs-webp/98977786.webp
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
列举
你能列举多少国家?
cms/verbs-webp/118780425.webp
proeven
De chef-kok proeft de soep.
大厨尝了一下汤。
cms/verbs-webp/50772718.webp
annuleren
Het contract is geannuleerd.
取消
合同已被取消。
cms/verbs-webp/74916079.webp
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.
到达
他刚好及时到达。
cms/verbs-webp/96668495.webp
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
印刷
书籍和报纸正在被印刷。
cms/verbs-webp/34725682.webp
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
建议
女人向她的朋友提出了建议。
cms/verbs-webp/122707548.webp
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
站立
登山者站在山峰上。
cms/verbs-webp/90321809.webp
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
花钱
我们需要花很多钱进行维修。
cms/verbs-webp/83661912.webp
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
准备
他们准备了美味的餐点。