Лексика

Изучите глаголы – нидерландский

cms/verbs-webp/118868318.webp
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
нравиться
Ей больше нравится шоколад, чем овощи.
cms/verbs-webp/55119061.webp
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
начинать бег
Атлет собирается начать бег.
cms/verbs-webp/3270640.webp
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
преследовать
Ковбой преследует лошадей.
cms/verbs-webp/81986237.webp
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
смешивать
Она смешивает фруктовый сок.
cms/verbs-webp/119235815.webp
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
любить
Она действительно любит свою лошадь.
cms/verbs-webp/79322446.webp
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
представлять
Он представляет свою новую девушку родителям.
cms/verbs-webp/118485571.webp
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
делать для
Они хотят сделать что-то для своего здоровья.
cms/verbs-webp/105875674.webp
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
ударять
В боевых искусствах вы должны уметь хорошо ударять.
cms/verbs-webp/44518719.webp
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
ходить
По этой тропе ходить нельзя.
cms/verbs-webp/23258706.webp
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
поднимать
Вертолет поднимает двух мужчин.
cms/verbs-webp/80427816.webp
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
исправлять
Учитель исправляет сочинения учеников.
cms/verbs-webp/118549726.webp
controleren
De tandarts controleert de tanden.
проверять
Стоматолог проверяет зубы.