Vocabulário

Aprenda verbos – Holandês

cms/verbs-webp/96571673.webp
schilderen
Hij schildert de muur wit.
pintar
Ele está pintando a parede de branco.
cms/verbs-webp/120509602.webp
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
perdoar
Ela nunca pode perdoá-lo por isso!
cms/verbs-webp/68212972.webp
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
pronunciar-se
Quem souber de algo pode se pronunciar na classe.
cms/verbs-webp/116166076.webp
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
pagar
Ela paga online com um cartão de crédito.
cms/verbs-webp/113393913.webp
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
parar
Os táxis pararam no ponto.
cms/verbs-webp/21689310.webp
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
chamar
Minha professora frequentemente me chama.
cms/verbs-webp/119335162.webp
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
mover
É saudável se movimentar muito.
cms/verbs-webp/114272921.webp
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
conduzir
Os cowboys conduzem o gado com cavalos.
cms/verbs-webp/102327719.webp
slapen
De baby slaapt.
dormir
O bebê dorme.
cms/verbs-webp/102167684.webp
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
comparar
Eles comparam suas figuras.
cms/verbs-webp/86215362.webp
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
enviar
Esta empresa envia produtos para todo o mundo.
cms/verbs-webp/68779174.webp
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
representar
Advogados representam seus clientes no tribunal.