Ordforråd
Lær adjektiver – Dutch

verlegen
een verlegen meisje
skamfull
ei skamfull jente

nieuw
het nieuwe vuurwerk
ny
det nye fyrverkeriet

speels
het speelse leren
spelaktig
den spelaktige læringa

stekelig
de stekelige cactussen
taggete
dei taggete kaktusane

vriendschappelijk
de vriendschappelijke omhelzing
vennleg
den vennlege klemmen

schoon
schone was
rein
rein klesvask

aerodynamisch
de aerodynamische vorm
aerodynamisk
den aerodynamiske forma

rijk
een rijke vrouw
rik
ei rik kvinne

kreupel
een kreupel man
halt
ein halt mann

onvoorstelbaar
een onvoorstelbaar ongeluk
uverkeleg
eit uverkeleg ulukke

afgehandeld
de afgehandelde sneeuwruiming
ferdig
den ferdige snøryddinga
