Ordforråd
Lær adjektiver – Dutch
vet
een vet persoon
feit
ein feit person
positief
een positieve houding
positiv
ei positiv haldning
gemeen
het gemene meisje
slem
den slemme jenta
Sloveens
de Sloveense hoofdstad
slovensk
den slovenske hovudstaden
onvoorzichtig
het onvoorzichtige kind
uforsiktig
det uforsiktige barnet
waarschijnlijk
het waarschijnlijke gebied
sannsynlig
det sannsynlige området
historisch
de historische brug
historisk
den historiske brua
minderjarig
een minderjarig meisje
minderårig
ei minderårig jente
gesloten
gesloten ogen
stengt
stengte augo
schoon
schone was
rein
rein klesvask
bekend
de bekende Eiffeltoren
kjend
den kjende Eiffeltårnet