Ordforråd
Lær adjektiver – Dutch

besneeuwd
besneeuwde bomen
snødekt
snødekte tre

menselijk
een menselijke reactie
menneskeleg
ein menneskeleg reaksjon

klaar om te starten
het startklare vliegtuig
klar til start
det klare til start flyet

afgehandeld
de afgehandelde sneeuwruiming
ferdig
den ferdige snøryddinga

gesloten
de gesloten deur
lukka
den lukka døra

alcoholistisch
de alcoholverslaafde man
alkoholavhengig
den alkoholavhengige mannen

perfect
het perfecte glas-in-lood roosvenster
fullkommen
det fullkomne glasvindauget

zwaar
een zware bank
tung
ein tung sofa

krachteloos
de krachteloze man
kraftløs
den kraftløse mannen

eenzaam
de eenzame weduwnaar
einsam
den einsame enkjemannen

verwarmd
het verwarmde zwembad
oppvarmet
det oppvarmede bassenget
