Ordforråd
Lær adjektiver – Dutch

vroeg
vroeg leren
tidleg
tidleg læring

lui
een lui leven
lat
eit latt liv

extra
het extra inkomen
ekstra
den ekstra inntekta

onwaarschijnlijk
een onwaarschijnlijke worp
usannsynlig
eit usannsynlig kast

vol
een volle winkelwagen
full
ein full handlekurv

openbaar
openbare toiletten
offentleg
offentlege toalett

dorstig
de dorstige kat
tørstig
den tørste katten

verliefd
het verliefde stel
forelska
det forelska paret

rond
de ronde bal
rund
den runde ballen

trouw
een teken van trouwe liefde
tro
et tegn på tro kjærlighet

spannend
het spannende verhaal
spennande
den spennande historia
