Woordenlijst

Hausa – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/85860114.webp
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/87142242.webp
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/82604141.webp
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
cms/verbs-webp/115291399.webp
willen
Hij wil te veel!
cms/verbs-webp/99207030.webp
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/116358232.webp
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
cms/verbs-webp/19584241.webp
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.
cms/verbs-webp/97784592.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
cms/verbs-webp/72855015.webp
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
cms/verbs-webp/74916079.webp
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.
cms/verbs-webp/109071401.webp
omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.
cms/verbs-webp/86196611.webp
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.