Woordenlijst

Koreaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/108286904.webp
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
cms/verbs-webp/68212972.webp
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
cms/verbs-webp/5135607.webp
verhuizen
De buurman verhuist.
cms/verbs-webp/81740345.webp
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
cms/verbs-webp/106622465.webp
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
cms/verbs-webp/124274060.webp
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
cms/verbs-webp/106725666.webp
controleren
Hij controleert wie daar woont.
cms/verbs-webp/100585293.webp
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/87142242.webp
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/59552358.webp
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
cms/verbs-webp/91442777.webp
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/3270640.webp
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.