Woordenlijst

Bengaals – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/110045269.webp
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
cms/verbs-webp/84472893.webp
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/46565207.webp
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.
cms/verbs-webp/90287300.webp
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/130938054.webp
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/55119061.webp
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
cms/verbs-webp/77572541.webp
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/93031355.webp
durven
Ik durf niet in het water te springen.
cms/verbs-webp/44269155.webp
gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.
cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
cms/verbs-webp/129300323.webp
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/109542274.webp
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?