Woordenlijst

Hausa – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/129403875.webp
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
cms/verbs-webp/93221270.webp
verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.
cms/verbs-webp/68841225.webp
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/90287300.webp
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/28581084.webp
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
cms/verbs-webp/124320643.webp
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
cms/verbs-webp/118868318.webp
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/95625133.webp
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/102049516.webp
verlaten
De man vertrekt.
cms/verbs-webp/102631405.webp
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
cms/verbs-webp/118549726.webp
controleren
De tandarts controleert de tanden.
cms/verbs-webp/88597759.webp
drukken
Hij drukt op de knop.