Woordenlijst

случаться

Во снах происходят странные вещи.

sluchat‘sya

Vo snakh proiskhodyat strannyye veshchi.

gebeuren

Vreemde dingen gebeuren in dromen.

звонить

Она может звонить только во время обеденного перерыва.

zvonit‘

Ona mozhet zvonit‘ tol‘ko vo vremya obedennogo pereryva.

bellen

Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.

плавать

Она регулярно плавает.

plavat‘

Ona regulyarno plavayet.

zwemmen

Ze zwemt regelmatig.

оценивать

Он оценивает работу компании.

otsenivat‘

On otsenivayet rabotu kompanii.

evalueren

Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.

отказываться

Ребенок отказывается от еды.

otkazyvat‘sya

Rebenok otkazyvayetsya ot yedy.

weigeren

Het kind weigert zijn eten.

требовать

Он требовал компенсации от человека, с которым у него была авария.

trebovat‘

On treboval kompensatsii ot cheloveka, s kotorym u nego byla avariya.

eisen

Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.

ориентироваться

Я хорошо ориентируюсь в лабиринте.

oriyentirovat‘sya

YA khorosho oriyentiruyus‘ v labirinte.

de weg vinden

Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.

руководить

Ему нравится руководить командой.

rukovodit‘

Yemu nravitsya rukovodit‘ komandoy.

leiden

Hij leidt graag een team.

подозревать

Он подозревает, что это его девушка.

podozrevat‘

On podozrevayet, chto eto yego devushka.

verdenken

Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.

доказать

Он хочет доказать математическую формулу.

dokazat‘

On khochet dokazat‘ matematicheskuyu formulu.

bewijzen

Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

думать

В карточных играх нужно думать наперед.

dumat‘

V kartochnykh igrakh nuzhno dumat‘ napered.

meedenken

Je moet meedenken bij kaartspellen.

приносить

Курьер приносит посылку.

prinosit‘

Kur‘yer prinosit posylku.

brengen

De koerier brengt een pakketje.