Woordenlijst

Servisch – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/109157162.webp
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
cms/verbs-webp/5161747.webp
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
cms/verbs-webp/14606062.webp
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.
cms/verbs-webp/89635850.webp
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/105854154.webp
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/107299405.webp
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
cms/verbs-webp/65915168.webp
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
cms/verbs-webp/99455547.webp
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
cms/verbs-webp/106203954.webp
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
cms/verbs-webp/100585293.webp
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/116932657.webp
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/91643527.webp
vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.