Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/106279322.webp
reizen
We reizen graag door Europa.
putovati
Volimo putovati Europom.
cms/verbs-webp/121112097.webp
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
slikati
Naslikao sam ti lijepu sliku!
cms/verbs-webp/129002392.webp
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
istraživati
Astronauti žele istraživati svemir.
cms/verbs-webp/38296612.webp
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
postojati
Danas dinosauri više ne postoje.
cms/verbs-webp/67232565.webp
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
složiti se
Susjedi se nisu mogli složiti oko boje.
cms/verbs-webp/98082968.webp
luisteren
Hij luistert naar haar.
slušati
On je sluša.
cms/verbs-webp/83548990.webp
terugkomen
De boemerang kwam terug.
vratiti
Bumerang se vratio.
cms/verbs-webp/84847414.webp
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
brinuti
Naš sin se jako dobro brine o svom novom automobilu.
cms/verbs-webp/116932657.webp
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
primiti
U starosti prima dobru mirovinu.
cms/verbs-webp/120515454.webp
voeden
De kinderen voeden het paard.
hraniti
Djeca hrane konja.
cms/verbs-webp/33463741.webp
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
otvoriti
Možeš li molim te otvoriti ovu konzervu za mene?
cms/verbs-webp/100434930.webp
eindigen
De route eindigt hier.
završiti
Ruta završava ovdje.