Vocabulaire
Apprendre les adjectifs – Néerlandais
fit
een fitte vrouw
en forme
une femme en forme
jaarlijks
de jaarlijkse toename
annuel
l‘augmentation annuelle
rijk
een rijke vrouw
riche
une femme riche
onleesbaar
de onleesbare tekst
illisible
un texte illisible
ondeugend
het ondeugende kind
indiscipliné
l‘enfant indiscipliné
toekomstig
een toekomstige energieproductie
futur
une production d‘énergie future
veilig
veilige kleding
sûr
des vêtements sûrs
onvoorzichtig
het onvoorzichtige kind
imprudent
l‘enfant imprudent
Indiaas
een Indiaas gezicht
indien
un visage indien
onvriendelijk
een onvriendelijke kerel
désagréable
le gars désagréable
oeroud
oeroude boeken
antique
des livres antiques