Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch
afgehandeld
de afgehandelde sneeuwruiming
done
the done snow removal
lekker
een lekkere pizza
delicious
a delicious pizza
ongehuwd
de ongehuwde man
unmarried
an unmarried man
eerste
de eerste lentebloemen
first
the first spring flowers
minderjarig
een minderjarig meisje
underage
an underage girl
zeldzaam
een zeldzame panda
rare
a rare panda
onschatbaar
een onschatbare diamant
invaluable
an invaluable diamond
bitter
bittere chocolade
bitter
bitter chocolate
medisch
het medisch onderzoek
medical
the medical examination
stormachtig
de stormachtige zee
stormy
the stormy sea
menselijk
een menselijke reactie
human
a human reaction