መዝገበ ቃላት
ግሲታት ተማሃሩ – ሆላንዳዊ
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
ኮፍ በል
ጸሓይ ክትዓርብ ከላ ኣብ ጥቓ ባሕሪ ኮፍ ትብል።
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
ኣብዮም
እቲ ቆልዓ መግቡ ይኣቢ።
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
ምህናጽ
እቶም ቆልዑ ነዊሕ ግምቢ ይሰርሑ ኣለዉ።
besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.
ምጉዳል
ናይ ክፍሊ ሙቐት ምስ ኣውረድካ ገንዘብ ትቑጥብ።
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
ብመኪና ናብ ገዛኻ
ድሕሪ ምዕዳግ ክልቲኦም ብመኪና ናብ ገዝኦም ይኸዱ።
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
ጽገና
ነቲ ገመድ ክጽግኖ ደለየ።
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
ምድላው
ጥዑም ቁርሲ ተዳልዩ ኣሎ!
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
ኣብ ኩሉ ጽሓፍ
እቶም ስነጥበባውያን ኣብ ምሉእ መንደቕ ጽሒፎም ኣለዉ።
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
ትእዛዝ
ንባዕላ ቁርሲ ትእዝዝ።
zingen
De kinderen zingen een lied.
ደርፍ
እቶም ቆልዑ ደርፊ ይደርፉ።
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
ምፍጣር
ንምድሪ መን ፈጢርዋ?