Woordenlijst

розповідати

Вона розповіла мені секрет.

rozpovidaty

Vona rozpovila meni sekret.

vertellen

Ze vertelde me een geheim.

подорожувати

Йому подобається подорожувати і він бачив багато країн.

podorozhuvaty

Yomu podobayetʹsya podorozhuvaty i vin bachyv bahato krayin.

reizen

Hij reist graag en heeft veel landen gezien.

знову знаходити

Я не міг знайти свій паспорт після переїзду.

znovu znakhodyty

YA ne mih znayty sviy pasport pislya pereyizdu.

terugvinden

Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.

висловлюватися

Хто знає щось, може висловитися в класі.

vyslovlyuvatysya

Khto znaye shchosʹ, mozhe vyslovytysya v klasi.

opmerken

Wie iets weet, mag in de klas opmerken.

перевіряти

Стоматолог перевіряє зуби пацієнта.

pereviryaty

Stomatoloh pereviryaye zuby patsiyenta.

controleren

De tandarts controleert het gebit van de patiënt.

описувати

Як можна описати кольори?

opysuvaty

Yak mozhna opysaty kolʹory?

beschrijven

Hoe kun je kleuren beschrijven?

видаляти

Екскаватор видаляє грунт.

vydalyaty

Ekskavator vydalyaye hrunt.

verwijderen

De graafmachine verwijdert de grond.

виправляти

Вчитель виправляє роботи учнів.

vypravlyaty

Vchytelʹ vypravlyaye roboty uchniv.

corrigeren

De leraar corrigeert de essays van de studenten.

мішати

Художник мішає кольори.

mishaty

Khudozhnyk mishaye kolʹory.

mengen

De schilder mengt de kleuren.

потребувати

Тобі потрібен домкрат, щоб змінити колесо.

potrebuvaty

Tobi potriben domkrat, shchob zminyty koleso.

nodig hebben

Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.

смакувати

Це смакує дуже добре!

smakuvaty

Tse smakuye duzhe dobre!

smaken

Dit smaakt echt goed!

висіти

Обидва висять на гілці.

vysity

Obydva vysyatʹ na hiltsi.

hangen

Ze hangen beide aan een tak.