Woordenlijst

нанимать

Претендента взяли на работу.

nanimat‘

Pretendenta vzyali na rabotu.

aannemen

De sollicitant werd aangenomen.

останавливать

Женщина останавливает машину.

ostanavlivat‘

Zhenshchina ostanavlivayet mashinu.

stoppen

De vrouw stopt een auto.

возвращаться

Отец вернулся с войны.

vozvrashchat‘sya

Otets vernulsya s voyny.

terugkeren

De vader is teruggekeerd uit de oorlog.

умирать

Многие люди умирают в фильмах.

umirat‘

Mnogiye lyudi umirayut v fil‘makh.

sterven

Veel mensen sterven in films.

пропустить

Мужчина пропустил свой поезд.

propustit‘

Muzhchina propustil svoy poyezd.

missen

De man heeft zijn trein gemist.

вознаграждать

Его вознаградили медалью.

voznagrazhdat‘

Yego voznagradili medal‘yu.

belonen

Hij werd beloond met een medaille.

получаться

В этот раз не получилось.

poluchat‘sya

V etot raz ne poluchilos‘.

lukken

Deze keer is het niet gelukt.

отвечать

Врач отвечает за терапию.

otvechat‘

Vrach otvechayet za terapiyu.

verantwoordelijk zijn voor

De arts is verantwoordelijk voor de therapie.

повреждать

В аварии было повреждено две машины.

povrezhdat‘

V avarii bylo povrezhdeno dve mashiny.

beschadigen

Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.

наслаждаться

Она наслаждается жизнью.

naslazhdat‘sya

Ona naslazhdayetsya zhizn‘yu.

genieten

Ze geniet van het leven.

импортировать

Мы импортируем фрукты из многих стран.

importirovat‘

My importiruyem frukty iz mnogikh stran.

importeren

We importeren fruit uit veel landen.

проходить

Студенты прошли экзамен.

prokhodit‘

Studenty proshli ekzamen.

slagen

De studenten zijn geslaagd voor het examen.