Woordenlijst

получать

Он получил повышение от своего босса.

poluchat‘

On poluchil povysheniye ot svoyego bossa.

ontvangen

Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.

чувствовать

Он часто чувствует себя одиноким.

chuvstvovat‘

On chasto chuvstvuyet sebya odinokim.

voelen

Hij voelt zich vaak alleen.

болтать

Студенты не должны болтать на уроке.

boltat‘

Studenty ne dolzhny boltat‘ na uroke.

kletsen

Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.

бросать

Они бросают мяч друг другу.

brosat‘

Oni brosayut myach drug drugu.

gooien naar

Ze gooien de bal naar elkaar.

хотеть покинуть

Она хочет покинуть свой отель.

khotet‘ pokinut‘

Ona khochet pokinut‘ svoy otel‘.

willen verlaten

Ze wil haar hotel verlaten.

потерять

Подождите, вы потеряли свой кошелек!

poteryat‘

Podozhdite, vy poteryali svoy koshelek!

verliezen

Wacht, je hebt je portemonnee verloren!

мыть

Мне не нравится мыть посуду.

myt‘

Mne ne nravitsya myt‘ posudu.

afwassen

Ik hou niet van afwassen.

провести ночь

Мы проводим ночь в машине.

provesti noch‘

My provodim noch‘ v mashine.

overnachten

We overnachten in de auto.

прогонять

Один лебедь прогоняет другого.

progonyat‘

Odin lebed‘ progonyayet drugogo.

wegjagen

De ene zwaan jaagt de andere weg.

одобрять

Мы с удовольствием одобряем вашу идею.

odobryat‘

My s udovol‘stviyem odobryayem vashu ideyu.

onderschrijven

We onderschrijven graag uw idee.

нести

Осел несет тяжелый груз.

nesti

Osel neset tyazhelyy gruz.

dragen

De ezel draagt een zware last.

забывать

Она не хочет забывать прошлое.

zabyvat‘

Ona ne khochet zabyvat‘ proshloye.

vergeten

Ze wil het verleden niet vergeten.