Woordenlijst

Marathi – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/129945570.webp
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/112444566.webp
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/67880049.webp
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/89636007.webp
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/63351650.webp
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/115373990.webp
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/94909729.webp
wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/34979195.webp
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/118567408.webp
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/47225563.webp
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/46998479.webp
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/105854154.webp
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.