Woordenlijst

рожать

Она скоро родит.

rozhat‘

Ona skoro rodit.

bevallen

Ze zal binnenkort bevallen.

проезжать мимо

Поезд проезжает мимо нас.

proyezzhat‘ mimo

Poyezd proyezzhayet mimo nas.

voorbijgaan

De trein gaat aan ons voorbij.

начинать

Путешественники начали рано утром.

nachinat‘

Puteshestvenniki nachali rano utrom.

beginnen

De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.

останавливать

Женщина останавливает машину.

ostanavlivat‘

Zhenshchina ostanavlivayet mashinu.

stoppen

De vrouw stopt een auto.

проходить

Может ли кошка пройти через эту дыру?

prokhodit‘

Mozhet li koshka proyti cherez etu dyru?

doorgaan

Kan de kat door dit gat gaan?

предлагать

Что вы предлагаете мне за мою рыбу?

predlagat‘

Chto vy predlagayete mne za moyu rybu?

aanbieden

Wat bied je me aan voor mijn vis?

объяснять

Она объясняет ему, как работает устройство.

ob“yasnyat‘

Ona ob“yasnyayet yemu, kak rabotayet ustroystvo.

uitleggen

Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.

собирать урожай

Мы собрали много вина.

sobirat‘ urozhay

My sobrali mnogo vina.

oogsten

We hebben veel wijn geoogst.

помогать

Все помогают ставить палатку.

pomogat‘

Vse pomogayut stavit‘ palatku.

helpen

Iedereen helpt de tent opzetten.

смотреть вниз

Я мог смотреть на пляж из окна.

smotret‘ vniz

YA mog smotret‘ na plyazh iz okna.

naar beneden kijken

Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.

знать

Дети очень любознательны и уже много знают.

znat‘

Deti ochen‘ lyuboznatel‘ny i uzhe mnogo znayut.

weten

De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.

вытаскивать

Сорняки нужно вытаскивать.

vytaskivat‘

Sornyaki nuzhno vytaskivat‘.

verwijderen

Onkruid moet verwijderd worden.